Vertalingen zugrunde gehen DE>NL
zugrunde gehen (ww.) | sneuvelen (ww.) ; wegvallen (ww.) ; verkeerd lopen (ww.) ; verkeerd gaan (ww.) ; verdwalen (ww.) ; vallen (ww.) ; ten ondergaan (ww.) ; te gronde gaan (ww.) ; sterven (ww.) ; bezwijken (ww.) ; overlijden (ww.) ; ondergaan (ww.) ; omkomen (ww.) ; inslapen (ww.) ; in elkaar storten (ww.) ; heengaan (ww.) ; doodgaan (ww.) ; de weg kwijtraken (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `zugrunde gehen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: entgleisenDE: erliegenDE: im Sterben liegenDE: schiefgehenDE: sich verlaufenDE: SterbenDE: umkommenDE: untergehenDE: zusammenbrechen